Tips over organisatieverandering? Meld je aan voor onze Nieuwsbrief en krijg een gratis hoofdstuk uit Verandering 3.0

‘Het mag nu niet wéér fout gaan’- hoe de manier waarop we fouten benaderen de kans op succes bepaalt

‘De afgelopen twee verandertrajecten hebben niets opgeleverd, behalve meer weerstand. We beginnen opnieuw, met goede begeleiding. Het mag nu niet wéér fout gaan.’   Met deze zinnen leidt Irma het gesprek in. No pressure… Of wij het nu wél kunnen laten werken graag.   Het is interessant hoe we in onze Nederlandse cultuur omgaan met fouten. Ook al roepen innovatie-experts om het hardst ‘fail faster’, […]

‘De afgelopen twee verandertrajecten hebben niets opgeleverd, behalve meer weerstand. We beginnen opnieuw, met goede begeleiding. Het mag nu niet wéér fout gaan.’  

Met deze zinnen leidt Irma het gesprek in. No pressure… Of wij het nu wél kunnen laten werken graag.  

Het is interessant hoe we in onze Nederlandse cultuur omgaan met fouten. Ook al roepen innovatie-experts om het hardst ‘fail faster’, hebben we zelfs een heus Instituut voor Briljante Mislukkingen en zijn de reacties op boeken als Yes, I screwed up lovend.   

Diep van binnen zien we fouten toch nog steeds als … nou ja, FOUT.  

Misschien doen juist daardoor die kreten het wel zo goed: omdat het zo diep in onze genen en opvoeding zit.  

Waar wij minder goed in zijn als poldervolk, is om oprecht gemaakte fouten te omarmen en ervan te leren. Zonder excuses, zonder uitgebreid betoog waarom je het niet kon zien aankomen. Of uitgebreid met elkaar op zoek te gaan naar wiedé fout heeft gemaakt. Zodat er koppen kunnen rollen. De toeslagenaffaire is daar een mooi voorbeeld van.  

Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van de Amerikaanse cultuur. Daar is genoeg op aan te merken, maar je moet toegeven: dit doen ze een stuk beter dan wij. Fouten zijn daar oprecht geen teken van zwakte, maar een kans om het daarna beter te doen.  

In de podcast Wandellust van Twan Huys vertelt nobelprijswinnaar Ben Feringa op z’n nuchtere Gronings hoe de wetenschap nooit verder was gekomen als er geen fouten worden gemaakt. Terwijl hij zichzelf tegelijkertijd streng toespreekt dat hij toch wat beter op had moeten letten, want hij is het verkeerde pad ingeslagen.  

Er schuilt een groot risico in deze framing van fouten. 

In plaats van je oprecht te verwonderen over gemaakte missers, keuren we ze in essentie af. Met twee ongewenste gevolgen.  

Ten eerste leer je onvoldoende van de informatie die in de gemaakte fouten zit.  

Zolang fouten fout zijn, hadden ze er dus eigenlijk niet mogen zijn. Daarmee leg je de focus op wat er mis is, niet op welke informatie er in deze ervaring zit. Dat zet het in een ander licht, een ander frame: als een ervaring (een faal-ervaring, als je wilt) in plaats van als fout.  

Het verschil tussen deze twee frames om naar fouten te kijken is enorm.  

Kijk je door het frame ‘dit had niet mogen gebeuren’, dan begint daar in de regel de zoektocht naar dé schuldige, die dan ook nog eens dé fout heeft gemaakt. Die manier van kijken gaat voorbij aan het gegeven dat vrijwel alle fouten ontstaan door een samenspel van factoren met meerdere spelers die allemaal op hun eigen manier bij hebben gedragen aan de situatie zoals die was.  

Die bredere, systemische blik neem je wel mee in het andere frame: ‘hoe heeft dit zo kunnen gebeuren (want blijkbaar is dat zo)’. Dit nodigt uit om te zoeken naar dieperliggende patronen en oorzaken, die je informatie verschaffen over wat er in het systeem nodig is om hier in de toekomst beter mee om te gaan.   

Kijk maar naar de toeslagenaffaire en de haarscherpe analyse die Jesse Frederik daarover maakt in zijn boek Zo hadden we het niet bedoeld.  

Het ‘dit had niet mogen gebeuren’ frame nodigt bovendien enorm uit tot verdedigen, verbergen en indekken.  Mensen gaan zich namelijk onveilig voelen, zeker als er een schuldige wordt gezocht.  

Ook bij Irma proeven we in ons gesprek dit risico op vergeven en vergeten. Het liefst zou ze een streep trekken onder het verleden en met een schone lei beginnen. ‘Maar dan nu wel goed.’ 

Ten tweede verkrampen mensen, uit angst voor het maken van nóg meer fouten (‘niet weer….!’) 

Blijkbaar lukte dat wat je wilde bereiken niet vanzelf en zijn er krachten in het systeem die hier tegenin werken. Er is meer, iets anders, nodig.  

Angst is dan een slechte raadgever. Angst verkrampt. Om te overleven heeft ons brein geleerd om in gevaarlijke situaties, daar waar angst regeert, de focus te vernauwen en alleen te doen wat nodig is om het gevaar te pareren. Voorzichtig zijn of juist keihard in een richting rennen, met volle aandacht voor het mogelijke gevaar. Niet bepaald de brede, creatieve blik die je nu net nodig hebt. En niet de focus op jullie gewenste uitkomst, daar waar je het voor doet.  

In het gesprek met Irma voelen we het appèl dat ze doet en de druk die ze daarbij op ons legt direct. Als we niet uitkijken, stappen we in de valkuil om het op safe te gaan spelen.  

Maar als het gaat om veranderen, leren en ontwikkelen, moet je juist buiten de gebaande paden durven gaan. Die zijn namelijk allang belopen. We moeten het elders zoeken, dingen uitproberen, de creativiteit aanspreken en ons vrij voelen om te onderzoeken. (Mét de informatie uit de eerdere ervaringen.) 

Dit vraagt erom he-le-maal OK te zijn met fouten die daarbij per definitie gemaakt gaan worden. Om met je volle bewustzijn te accepteren dat onzekerheden erbij horen. Openstaan voor wat je tegenkomt. Dan kun je die fouten ook recht aankijken, zonder ze in wol te verpakken en te vergoelijken (‘ik kon er niets aan doen’) en ervan leren.  

Gaan we dan net doen of fouten niet bestaan?  

Nee, in tegendeel. Juist om te leren van fouten en om vrij op onderzoek te kunnen gaan naar de beste oplossingen, moeten we fouten ook kunnen benoemen. Alleen dan wel in beginsel vanuit het frame van leerervaringen in plaats van ‘mag niet’.  

We stellen Irma voor om de gewenste streep door het verleden nog even niét te trekken. We gaan te rade bij de mensen die we nog kunnen benaderen, om te leren van de ervaringen tot nu toe. In de breedte van het systeem, bij iedereen die ermee te maken had. Om gezamenlijk te leren van ‘dat wat er misging’ en hoe ons dit informeert over wat er te doen staat. Waarmee we in de slipstream meteen ook de eigen bijdragen van eenieder exploreren.  

Zonder garanties op succes. Maar wel met garantie op heel veel leren en ontwikkelen. Want dié fout voorkomen we graag. 


Lees ook het blog Nieuwe gewoontes aanleren? Het is net als fietsen – maar dan op een omgekeerde fiets

print dit artikel

Thema: inzichten en inspiratie over hoe je leiding kunt geven in & aan verandering.
Meer over dit thema

Uitkomstgericht werken: aandacht ombuigen van problemen oplossen naar uitkomsten realiseren.
Meer over deze van de 7 essentiële principes over Veranderen 3.0

About the author

Wendy Nieuwland is een van de partners van Gewoon aan de slag en mede auteur van het boek ‘Veranderen 3.0 - zeven essentiële principes voor organisatieverandering van binnenuit.’

Leave a Reply


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.