Context Maandagmiddag, 16uur. 30 man zijn in conclaaf over de voortgang van de Lean trajecten. Het overleg is voorbereid door de leergroep, met als doel om in beeld te krijgen wat de wensen en behoeften zijn voor de komende periode. De rest, zo’n 25 mensen, is braaf op komen dagen omdat ze uitgenodigd zijn. Ooit […]
Context
Maandagmiddag, 16uur. 30 man zijn in conclaaf over de voortgang van de Lean trajecten. Het overleg is voorbereid door de leergroep, met als doel om in beeld te krijgen wat de wensen en behoeften zijn voor de komende periode.
De rest, zo’n 25 mensen, is braaf op komen dagen omdat ze uitgenodigd zijn. Ooit zijn ze onderdeel geweest van één van deze verbetertrajecten.
Er volgt een brainstorm waarin lukraak wat geroepen wordt. Zoals ‘meer communiceren naar de buitenwereld’ en ‘de mensen meer betrekken en uitvragen’. Een aantal mensen knikt mee, maar het is onduidelijk op welke van die opmerkingen.
De voorzitter stelt de vraag: ‘als we deze initiatieven gaan oppakken, wie van jullie zou dan een bijdrage kunnen leveren?’
Een wat nors kijkende collega staat op:
‘Tsja, ik ben gekomen om iets te horen over de voortgang, maar nu zit ik ineens met een opdracht’.
Er wordt door meerdere mensen gelachen, terwijl ze instemmend knikken. Een van de begeleiders gaat in pitbull-modus door: ‘Ja, maar ja, we hebben toch echt mensen nodig die hieraan gaan bijdragen.’
Einde energie en positieve vibe.
Fractaal van het patroon
In deze organisatie zijn ze kampioen in Gedwongen Vrijwilligerschap. ‘Ja’ zeggen zonder echt commitment. Iedereen is ambassadeur van minsten twee initiatieven. Maar wat dat ambassadeurschap betekent, is niet helemaal duidelijk.
Want wat er nodig is, wat de consequenties zijn, wordt niet met elkaar afgestemd, laat staan dat ze lekker SMART taken verdelen en hier tijdlijnen aan koppelen. Het blijft op het niveau van intenties hangen, zonder echt in te hoeven stappen.
Je ziet dus als snel kampen ontstaan: de enthousiaste kartrekkers, die op een gegeven moment gefrustreerd raken en oordelend worden over anderen. Maar ook de instappers zonder commitment: vooral de intentie uitspreken, maar niet vertalen naar wat nodig is. En uiteraard de duikers: zorg dat je niet gezien wordt, want anders word je door sociale druk óp de kar getrokken.
De frustraties die hierdoor ontstaan worden alleen bij de coffee-corner besproken, en staan bol van de aannames en oordelen.
Eindconclusie: veel van de goede beginnetjes gaan als een nachtkaars uit.
Lees ook: ‘Mijn mensen gaan elkaar echt niet aanspreken. Ze verwachten dat ik dat doe.’