Tips over organisatieverandering? Meld je aan voor onze Nieuwsbrief en krijg een gratis hoofdstuk uit Verandering 3.0

‘Ik haak online aan hoor, dat past beter in mijn agenda’

Context Een technische organisatie heeft een team van inhoudelijke deskundigen. Allemaal zijn ze extreem goed in hun vak en werken ze liefst solistisch. Zo’n 70% van hun werk is ook solistisch. De andere 30% zijn echter teamtaken, waar ze elkaar voor nodig hebben en die minder direct hun ‘eigen’ werk raakt. De 30% teamtaken komt […]

Context

Een technische organisatie heeft een team van inhoudelijke deskundigen. Allemaal zijn ze extreem goed in hun vak en werken ze liefst solistisch. Zo’n 70% van hun werk is ook solistisch. De andere 30% zijn echter teamtaken, waar ze elkaar voor nodig hebben en die minder direct hun ‘eigen’ werk raakt.

De 30% teamtaken komt dan ook niet goed van de grond. De teamleden steken hun tijd liever in het eigen werk. Daarmee zijn ze ook druk zat.

Tegelijk heeft dat deel van het werk een directe impact op de hele organisatie. Daar komen klachten over.

Het team moet dus gaan samenwerken om dat deel van het werk goed op de rit te krijgen. Elkaar opzoeken, afstemmen, en rekening houden met elkaars agenda.

Wij zijn gevraagd om ze hierbij te helpen, want dit gaat niet vanzelf. Samen met twee teamleden en de leidinggevende maken we een programma. Er is een ruimte geregeld en iedereen heeft een uitnodiging gekregen. Aanwezigheid is uiteraard verplicht. Alleen in overleg met de leidinggevende kan een uitzondering worden gemaakt.

Een kwartier voor start komt het eerste appje binnen:

‘Ik haak online aan hoor, dat past beter in mijn agenda’

Uiteindelijk zijn er 12 mensen in de zaal. Twee teamleden hebben niets laten weten en zijn er ook niet. En 8 zijn online, zonder dat dit vooraf was afgesproken. Een deel daarvan komt er ook nog later in of vertrekt voortijdig.

Fractaal van het patroon

De leidinggevende merkt aan alles: deze groep mensen is geen team. In dit team is de focus primair op het eigenbelang. En dus op de eigen agenda. De aandacht lijkt niet verder te gaan dan de grens van het eigen werkveld, waaronder ze de 70% van het werk verstaan dat ze solistisch uitvoeren.

Dit toont zich in hoe er met deze sessie wordt omgegaan. Niemand heeft vooraf besproken of online aanhaken ook een optie was. Of ze ook later konden aanhaken of weggaan. Of volgens instructie overleggen als ze er helemaal niet bij konden zijn.

Met als gevolg dat er a la minute iets geregeld moet worden in de techniek. In een ruimte die daar niet op is ingericht.

Ook het programma was gemaakt op basis van fysieke aanwezigheid. Voor een hybride sessie was het niet geschikt. Dus hup, ook het programma moest ter plekken worden geïmproviseerd met de gewenste uitkomst telkens in het vizier.

Geen van de teamleden laat blijken dat ze zien dat hun last-minute keuze om er online/ half/ niet bij te zijn, gevolgen heeft voor het team als geheel. Ook hierin zie je de focus op het eigen werkveld: ‘Ik ben er toch bij? Dat vind ik al heel wat!’


Lees ook het fractaaltje: ‘Ja lekker dan. Je mag er toch van uitgaan dat ze dat afgestemd hebben!’

Of lees het blog: Waarom ik nooit meer bananen verstop | shitty values in organisatieverandering

print dit artikel

Leave a Reply


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.