Tips over organisatieverandering? Meld je aan voor onze Nieuwsbrief en krijg een gratis hoofdstuk uit Verandering 3.0

‘Ze hebben ons ook nooit gevraagd om pro-actief te zijn!’

Context Er is gedoe in de organisatie. Het management en de afdeling facilitaire zaken liggen regelmatig in de clinch. Het management klaagt dat de afdeling niet, of niet tijdig, levert wat is afgesproken en zich continu indekt tegen van alles en nog wat. De afdeling klaagt dat er onredelijke verzoeken worden gedaan en dat ze […]

Context

Er is gedoe in de organisatie. Het management en de afdeling facilitaire zaken liggen regelmatig in de clinch.

Het management klaagt dat de afdeling niet, of niet tijdig, levert wat is afgesproken en zich continu indekt tegen van alles en nog wat.

De afdeling klaagt dat er onredelijke verzoeken worden gedaan en dat ze steevast te horen krijgen dat ze het niet goed genoeg doen. Terwijl ze geen duidelijke vragen krijgen. Het voelt zelfs onveilig, geven sommige teamleden aan, omdat je nooit weet uit welke hoek je ineens een veeg uit de pan kan krijgen.

Wij houden een paar gesprekken met zowel managers als medewerkers om een goed beeld te krijgen van wat hier leeft. Tijdens een van die gesprekken vragen we naar een situatie die de medewerker spannend vindt. Hij antwoordt:

‘Dan krijg ik ineens te horen dat ze hadden verwacht dat ik zélf met een voorstel zou komen, maar dat kan ik toch niet weten?’

‘Ze hebben ons ook nooit gevraagd om pro-actief te zijn!’

Fractaal van het patroon

In deze uitspraak tonen zich twee patronen tegelijk:

Ten eerste zijn ze hier heel goed in verwachtingen over en weer onduidelijk houden. Er worden veel aannames gemaakt over wat anderen horen te doen, die onuitgesproken blijven. Zowel van management naar medewerkers (pro-actief zijn, zelf met voorstellen komen) als van medewerkers naar management (met duidelijke vragen en opdrachten komen als je iets wilt).

Het tweede patroon dat in deze zin verscholen zit, houdt dit eerste patroon stevig in stand. Namelijk het patroon dat mensen reageren vanuit de zogenaamde ‘drama-posities’*: ofwel vanuit een aanklagersrol (‘jullie doen het niet goed’), ofwel vanuit een slachtofferpositie (‘ik kan het ook niet weten’) ofwel als redder (‘laat maar, ik los het wel voor je op’). In dit voorbeeld zien we een ‘slachtoffer met tandjes’: ik kan er niets aan doen (want het is me niet verteld), en dat is jullie schuld (want jullie hadden dat moeten doen).

Zoals altijd als de dramadriehoek actief is, zet dit de situatie muurvast.

Hoogste tijd dus om uit de dramadriehoek te stappen: inderdaad pro-actief (en ja, dus ook ongevraagd) gaan aangeven wat ze willen en van elkaar nodig hebben. En bedenken wat ze daar zelf aan kunnen doen ipv onderling uithuilen over hoe erg het allemaal is.

* meer weten over de dramadriehoek? Bekijk dan deze video: https://www.gewoonaandeslag.nl/dramadriehoek-video-veranderen-zonder-toestand-organisatieverandering/


Misschien vind je deze video ook interessant: Kampvuurgesprekken | Zó krijg je iedereen echt aan boord – zonder te vervallen in slappe compromissen

print dit artikel

Leave a Reply


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.