Tips over organisatieverandering? Meld je aan voor onze Nieuwsbrief en krijg een gratis hoofdstuk uit Verandering 3.0

Verandering van binnenuit: grote bewegingen met kleine woorden

Zahra, teamleider financiën bij de gemeente, is nog niet uitgesproken of de reacties vliegen haar om de oren.  Haar idee om de werklast eerlijker te verdelen raakt duidelijk een snaar. Teamlid Frank roept uit: “Ja, maar dat werkt toch niet als we ook die deadlines moeten halen?”   Samir vult aan: “Nee, dit past helemaal […]

Zahra, teamleider financiën bij de gemeente, is nog niet uitgesproken of de reacties vliegen haar om de oren.  Haar idee om de werklast eerlijker te verdelen raakt duidelijk een snaar.

Teamlid Frank roept uit: “Ja, maar dat werkt toch niet als we ook die deadlines moeten halen?”  

Samir vult aan: “Nee, dit past helemaal niet bij hoe wij nu werken.”  

Iris doet ook een duit in het zakje: “Ik denk dat we het òf zo moeten laten òf er moeten extra uren bij. Anders kan het niet.”  

Het gesprek stagneert. De frustratie is zichtbaar. Niet alleen bij Zahra, maar ook bij de rest van het team. Zonder oplossing of afspraken gaan ze maar door naar het volgende agendapunt. 

Dat moet toch anders kunnen.  

Wij observeren dit team als onderdeel van een teamontwikkeltraject en stellen voor iets anders uit te proberen:

‘Stel dat jullie nu eens alleen vanuit nieuwsgierigheid reageerden?’ 

Op elkaars inbreng voortbouwen. Een klein verschil in woordkeuze kan hier een wereld van verschil maken.

Misschien klinkt het bijna té eenvoudig, maar dit is wat taal doet: het vormt onze manier van denken, samenwerken en veranderen. 

Woorden zoals ‘nee, want …’ en ‘ja, maar …’ komen vaker voor dan je denkt. Onschuldige woorden die een gesprek snel tot stilstand brengen. 

Nee, want …’ sluit de deur.  

Het legt een veto op een idee, schuift het perspectief van de ander mordicus van tafel en zegt impliciet: ‘Ik weet het beter.’

Het is een stopbord in elke discussie.  

Stop bord

Het was vast niet Samir’s bedoeling, maar zijn ‘nee dit past niet bij ons’ zorgt ervoor dat het voorstel van Zahra niet verder onderzocht kan worden. 

Ja, maar …’ is een subtiele blokkade.  

Het lijkt constructiever, door de ‘ja’, maar ontkracht in feite alles wat er voor de komma is gezegd.

Frank’s ‘Ja, maar dat werkt niet’ lijkt op instemming, maar haalt de energie uit het gesprek. Subtiel, maar krachtig genoeg om initiatief te blokkeren. 

Of … of …’ plaatst opties tegenover elkaar alsof je moet kiezen.  

In haar reactie suggereert Iris dat je moét kiezen. Het is óf deadlines halen òf nieuwe werkwijzen uitproberen. Alsof je als team moet kiezen tussen productie draaien òf innoveren.  

Maar is dat wel zo? Is het een kwestie van kiezen? Of is er ook een mogelijkheid om de twee onderdelen te combineren, en zijn ze helemaal niet tegengesteld?  

Vaak is deze tegenstelling onnodig. Het maakt een idee of voorstel ‘zwaarder’ en moeilijker dan nodig. Want jee, wat willen we dan eigenlijk, als we blijkbaar moeten kiezen? 

Wat nou als beide waar kunnen zijn? 

Met een ‘Ja, en …’ verander je de dynamiek. Je bouwt voort op wat er al is en opent de deur naar samenwerking. Het is niet voor niets het uitgangspunt van improvisatietheater: het bevordert de creativiteit en houdt de flow erin. 

We proberen het uit bij het team.

Zahra vat opnieuw haar idee samen. We geven de teamleden even de tijd om na te denken over een nieuwsgierige, ‘ja, en…’-reactie. 

Weifelend trapt Frank af: ‘Ja, en als we dit combineren met een betere planning, dan kunnen we het misschien laten werken?’  

mario-heller-PA0WDrBnD_M-unsplash

Deze reactie verbindt de perspectieven, stimuleert creativiteit en zet de deur open naar oplossingen.  

Gesterkt door het effect pakt Iris ‘m over: ‘Ok, ja… interessant. En hoe zie je de werkdruk hierin een plek krijgen?’  

Het verschil lijkt klein. De impact is groot.  

Een ja, én- reactie benoemt de zorg of realiteit die aan de orde is op een manier die uitnodigt tot samen onderzoeken en op zoek gaan naar mogelijkheden. 

Wat hebben kleine woorden nou te maken met organisatieverandering?

Nou, heel veel. In veranderingen draait namelijk alles om gedrag. Als woorden zoveel invloed hebben op gedrag, ligt daar dus een concreet handvat om mee te werken in verandertrajecten.   

Dat werkt als volgt:  

Gedrag begint bij perceptie. Iedereen kijkt door zijn of haar eigen bril naar de werkelijkheid. Introduceer een nieuw idee of voorstel zoals Zahra doet en iedereen heeft daar eigen beelden en gedachten bij. Die komen voort uit eerdere ervaringen en overtuigingen wat wel en niet werkt. Vaak ook gebaseerd op oordelen over degene die met het idee of voorstel komt of collega’s die er uitvoering aan moeten geven. 

Van nature gaan we dan niet gelijk mee met het idee van een ander.  

Dat zag je ook aan de eerste reacties op Zahra’s idee. Gedragsverandering die werkt, begint van binnenuit. Met het onderzoeken van de overwegingen of overtuigingen achter dat gedrag (in dit geval de eerste reacties).

Om dat te kunnen doen moet je ruimte toelaten voor meerdere perspectieven. Een en-en houding.  

En dát doe je door je op te stellen als een ‘perceptie-verzamelaar’. 

Stel vragen zoals: “Hoe zie jij dat?” en “Wie ziet dit anders?” of “Wat is hier nog niet gezegd?”.

Ga op onderzoek uit. Vraag waarom iemand het belangrijk vindt. Hoe hij of zij ziet dat het zou kunnen werken. En door dus zelf te praten in termen van en-en. Én anderen daar ook toe uit te nodigen.  

Zo stel je oordelen en oplossingen uit met elkaar – en vermijd je het om meteen in discussies te schieten en elkaar te gaan overtuigen of het volume maar op te schroeven. Of gelijk in de oplos-modus te schieten in plaats van het ongemak van verschillen even te verdragen.  

Met alleen percepties verzamelen ben je er nog niet.  

Verbind die perspectieven. Zet ze naast elkaar en kijk naar het geheel.

Zoals bij een schilderij van Monet: van dichtbij zie je losse stippen verf en als je uitzoomt ontstaat een compleet landschap. 

Monet_landscape-near-montecarlo-public-domain

En die interpretaties van het geheel ook weer met elkaar delen en verrijken. Want niet iedereen zal hetzelfde waarnemen: waar jij in al die stippen een zonnige dag ziet, ziet iemand anders een romantische ontmoeting.  

Alle percepties dragen bij aan het geheel.  

Met een vraag als: ‘Wat is er nodig om deze oplossing voor jou te laten werken?’ is er ruimte voor eigen interpretatie om deze vervolgens te kunnen verbinden aan het geheel. 

Verbinden is een creatief proces, geen lineaire stap. Door samen te werken en ruimte te geven aan ieders inbreng, ontstaat een gedeeld draagvlak.   

Het doel is niet één waarheid, maar een rijkere, gezamenlijke werkelijkheid.  

Daarmee creëer je met elkaar een gezamenlijk verhaal dat taal geeft aan alle perspectieven. Hoe rijker het verhaal, hoe meer opties en mogelijkheden er zijn. Zo laat een schilderij van Dalí je op veel manieren tegelijk kijken, anders dan een statische tekening van een huis op kleuterniveau. 

Ga met kleine woorden als ‘ja, en …’, ‘en ook …’, ‘wat als …’ samen op onderzoek uit. Je opent mogelijkheden en creëert met elkaar meer stipjes en dus een rijker schilderij. 


Lees ook het blog: Hoe herstel je het vertrouwen in je afdeling – zonder in de onderstroom te verdwijnen?

of het fractaaltje:  ‘Ze hebben ons ook nooit gevraagd om pro-actief te zijn!’

print dit artikel

'Werken met wat er is': continu schakelen tussen wat je wilt bereiken en wat er is.
Meer over deze van de 7 essentiële principes over Veranderen 3.0

Leave a Reply


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.